Aftrekken
Aftrekken is het tegenovergestelde van optellen. Als men bij een getal een ander getal optelt, en men van dat resultaat hetzelfde getal terug aftrekt, dan bekomt met terug het eerste getal.
Het resultaat van een aftrekking noemt men het verschil. In tegenstelling tot de optelling mag men bij aftrekken de getallen niet van plaats wisselen. 9 - 6 is dus niet hetzelfde als 6 - 9.
Als het verschil van de getallen een tiental overschreidt, dan spreekt men van een brug. In tegenstelling met de optelling zal men hier dan 1 moeten aftrekken van het vorige getal. Ook hier is het meestel het gemakkelijkste om naar de tientallen toe te werken. 12 - 5 zal dus omgezet worden naar 12 - 2 = 10 om daarna 10 - 3 = 7 te doen. Ook hier is het soms gemakkelijker om bij grotere getallen het bovenliggende veelvoud van 10 te gebruiken, om daar dan nadien het verschil terug bij op te tellen. 14 - 8 zal dus 14 - 10 = 4 worden, om daarna dan 4 + 2 te doen.